13 juni 2017  
Hommage aan een bijzondere Ritmeester

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vandaag is het 140 jaar geleden dat een van de grondleggers van de militaire ruitersport werd geboren: Ritmeester der Huzaren jhr Johan Willem Godin de Beaufort. Een hommage aan een bijzondere sportman, ritmeester en instructeur, die mede aan de wieg heeft gestaan van de slipjacht, endurance, de militaire en moderne vijfkamp en het Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF.

 

Johan Willem Godin de Beaufort (*13.6.1877-†11.4.1950) trad in 1894 in dienst en werd na de KMA in 1899 bevorderd tot Tweede luitenant der Huzaren. Sport was nieuw en werd primair door militairen beoefend, voornamelijk ter oefening van de militaire basisvaardigheden: hardlopen, zwemmen, schieten, schermen en - voor officieren en de bereden wapens - paardrijden.

 

Een van de eerste vormen van militaire ruitersport waren (steeple) chases en raids: wedstrijden waarbij de snelheid en het uithoudingsvermogen van paard en ruiter over respectievelijk korte en lange afstand werden gemeten.

 

Ook luitenant Godin de Beaufort nam deel aan een van deze raids, die vaak over meer dan 100 km werden verreden en waarbij zelfs paarden sneuvelden. Tijdens de raid Brussel-Oostende (1902, 135 km), waaraan zes Nederlandse officieren deelnamen, raakte hij ervan overtuigd dat een ruiter die verstandiger omging met zijn paard én zichzelf samen tot veel betere prestaties kon komen.

 

Daarom ontwikkelde hij een eigen aanpak ten aanzien van training, voeding, beslag, harnachement, afwisseling van gangen, gemiddelde snelheid en rust. Zo besloot hij om, anders dan anderen, kilometers naast zijn paard hard te lopen, en van en op zijn paard te springen zonder van gang te veranderen.

 

Hij nam zich voor om zijn unieke aanpak te bewijzen door zijn paard Mascotte over nog veel grotere afstand in goede conditie naar het eindpunt te brengen en koos hiervoor de uitzonderlijke afstand Amsterdam-Wenen (ca. 1.250 km).

 

Deze rit volbrachten zij samen in slechts 10 dagen van gemiddeld 125 (!) km. Zij startten op 29 april 1903 in de Cavaleriekazerne in Amsterdam, overnachtten in Nijmegen (112 km), Neuss (115 km), Koblenz (126 km), Frankfurt (140 km), Würzburg (112 km), Nürnberg (108 km), Regensburg (105 km), Passau (125 km) en Enns bij Linz (110 km), en kwamen op 9 mei 's ochtends om 05:45, na de laatste etappe van 171 km 's nachts te hebben doorgereden, in Wenen aan, waar zij op het beroemde Militär-Reitlehrer-Institut werden verwelkomd.

 

Hierover schreef hij: ''s-middags half drie reed ik mijn paard voor in de buitenmanege en gaf mijn paard een flinken galop; van vermoeidheid van het dier was toen geen sprake meer, en het werd dan ook zoowel om zijn opgewekt voorkomen als om zijn levendige beweging algemeen bewonderd. Alhoewel mijne conditie bij aankomst te wenschen overliet, was ik na het aanwenden van een warm bad, massage en een paar uur slapen alle vermoeidheid te boven gekomen en had zoo noodig mijn tocht kunnen voortzetten'.

 

Volgens de annalen van de Koninklijke Militaire Sportvereeniging (KMSV) 'complimenteerde Z.M. de Keizer van Oostenrijk onze kranige landgenoot persoonlijk' en kende de KMSV hem voor deze prestatie de (eerste) gouden erepenning toe (klik hier), die sindsdien slechts acht maal is uitgereikt. Klik hier voor de oorkonde van deze uitzonderlijke prestatie, waarmee hij nog steeds als een van de grondleggers en recordhouders in endurance geldt.

 

Van 1904 tot 1906 volgde hij een opleiding aan hetzelfde Militär-Reitlehrer-Institut in Wenen, met als zwaartepunt terreinrijden, en van 1906 tot 1908 aan de beroemde Ecole de Cavalerie in Saumur, Frankrijk. Toen hij in 1908 weer naar Nederland kwam behoorde hij tot de top van de ruitersport. Uitstekend geschoold en door inzet en discipline behaalde hij vele hippische successen en vervulde hij ook tal van functies. Zo:

 

  • was hij vanaf 1899 vele jaren als instructeur verbonden aan de Rij- en Hoefsmidschool
  • behaalde hij 1916 als een der eerste deelnemers de Medaille voor Alzijdige Vaardigheid NOC (thans Nationale Sportmedaille NOC*NSF
  • was hij van 1916 tot 1936 voorzitter van de NOC-Vijfkampcommissie, die wedstrijden organiseerde in de Militaire Vijfkamp (destijds hardlopen, zwemmen, schieten, schermen, handgranaatwerpen) en de Moderne Vijfkamp (hardlopen, zwemmen, schieten, schermen, paardrijden)
  • beoordeelde hij vanaf 1919 de springwedstrijden van de KMSV als eerste afzonderlijke jurylid ook op rijstijl
  • was hij vanaf de oprichting in 1919 tot 1921 de eerste master (jagermeester) van de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging
  • was hij in 1928 namens het NOC voorzitter van het Comité voor de Moderne Vijfkamp op de IXe Olympische Spelen in Amsterdam
  • trainden de deelnemers aan de Moderne Vijfkamp en de Samengestelde Wedstrijd / Military (thans Eventing) op de IXe Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam (klik hier) onder zijn leiding op Landgoed Maarsbergen
  • werd in 1931 onder zijn voorzitterschap het Militaire Vijfkampkruis NOC (thans Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF) ingesteld
  • werd hij voor zijn verdiensten benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden en onderscheiden met het Militair Kruis van België en de erepenning van het Nederlandsch Olympisch Comité.

 

  • Bronnen: Een leven te paard: jhr J.W. Godin de Beaufort, 1877-1950, Cornelie Petter-Godin de Beaufort en Herman Schuitema, 2013 (klik hier); Gouden Boek Nederlandsch Olympisch Comité, Jan Cottaar, 1962; archief Stichting Sportonderscheidingen; archief KMSV-Fonds.

 



Ritmeester jhr. Johan Willem Godin de Beaufort, hier als luitenant met het paard Mascotte, waarmee hij in 1903 in slechts tien dagen van Amsterdam naar Wenen reed