Nadat het paard na WO II uit de defensieorganisatie was verdwenen, met uitzondering van ceremoniële inzet, zet het Korps Mariniers sinds kort weer paarden in - als lastdier in moeilijk begaanbaar terrein. Het Militair Ruitersportcentrum (MRC) op de Bernhardkazerne in Amersfoort dient daarbij als oefenbasis.

Instructeur Kapitein der Mariniers Steven Baan: 'In eerste instantie doen mensen een beetje lacherig: ‘Gaan we terug in de tijd?’ Maar juist mariniers opereren vaak op plekken waar je niet met voertuigen kunt komen. Het is niet de bedoeling dat de dieren persoonlijke uitrusting gaan dragen, maar zware groepsuitrusting zoals het 81 mm mortier of antitankwapens en munitie. We trainen nu met een bepakking van rond de 80 kilo, maar getrainde lastdieren kunnen tot 120 kilo dragen in moeilijk begaanbaar terrein'.

De mariniers kregen deze zomer een stoomcursus dierverzorging van instructeurs en dierenartsen van Defensie. Dat begon met basiszaken als voeding en verzorging. Vervolgens leerden ze ook met de dieren werken. Baan: 'Dus wat eten deze dieren en hoe herken je wanneer ze moeten eten of drinken. En hoe verzorg je de vacht en hoeven. Vervolgens leren we ze hoe je ze moet zadelen en op een goede manier lading aanbrengt'. Bij dit laatste draait het om het vinden van balans. 'Je kunt je voorstellen dat het niet lekker loopt voor de dieren als de ene kant veel zwaarder is dan de andere kant'.

De training is gebaseerd op oude handboeken van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger en de huidige boeken van Duitse en Engelse eenheden, die altijd met lastdieren zijn blijven werken. 'Nederlandse mariniers werkten in Nieuw-Guinea tot in de jaren ’50 met lastdieren en dat pakken we nu weer op', vertelt kapitein Baan. Het is niet de bedoeling dat Defensie dieren gaat aanschaffen. 'We willen juist lokale dieren. Die zijn aangepast aan de (klimaats)omstandigheden en voeding ter plaatse. De lessen zijn daarom ook gericht op het leren werken met uiteenlopende lastdieren. Van paarden, ezels en muilezels tot bij wijze van spreken kamelen'.

Tijdens de missie in de Afghaanse provincie Uruzgan werkten Nederlandse mariniers al met ezels. Kapitein Baan: 'Toen zijn we er achter gekomen dat je dat goed en structureel moet aanpakken. Je moet echt wat van die beesten weten om er mee te kunnen werken. Als je bij een onwillig dier bijvoorbeeld gaat duwen, werkt dat alleen maar averechts'. De training met mariniers van de mortierpelotons is nu nog een pilot. Het is de bedoeling dat er een nieuw Nederlands handboek komt en deze kennis weer structureel onderdeel wordt van het opleidingsprogramma. Zo krijgen mariniers in de toekomst een soort instructiekaart mee, waarmee ze ter plekke geschikte dieren kunnen uitzoeken.